Met vloeiende, vlotte lijnen tekent Hanneke Francken (1976) een vervreemdende wereld vol details. Haar werk wordt bevolkt door boomstammen, stenen, kleine groeisels, afstervende spieren en celstructuren die schijnbaar moeiteloos een barokke orkestratie vormen. Er lijkt een proces van groei en deformatie gaande te zijn die zowel natuur als cultuur betreft. Verwijzingen naar mythologische symbolen zoals de pauw komen vooral in haar wat oudere werk voor. Het recente werk benadrukt meer het microleven zoals mossen, hout en vlees in verval, cellen, gecombineerd met glanzende lichtpunten of een lichtbundel. Dit oogt abstracter en is in die zin minder sturend.
Hanneke Francken werkt vooral associatief maar met kennis van de kunstgeschiedenis, mythologie, evolutieleer en biologie. Zij voelt zich meer verwant met de dionysische dan de apollinische benadering. Haar tekeningen hebben iets vols wat haar voorliefde voor de renaissance, barok en rococo verraadt. Zij zoekt naar een vorm om haar fascinatie te verbeelden voor de raadselachtige cyclus van het bestaan:geboorte, leven en dood. Hoe is het allemaal ontstaan? Wat krioelt daar nu eigenlijk? Zij tracht de oorsprong zo dicht mogelijk te benaderen.
Het is niet zozeer dat zij op zoek is naar antwoorden. Het tekenproces leidt haar intuïtief een bepaalde kant op. Dit uit zich in het tekenen van boomschors dat uit veren bestaat of een vegetatie dat lijkt op lichamen van dieren in ontbinding. Deze onderwerpen kunnen binnen één tekening een vlucht maken naar celniveau. Tussen dit gebeuren bevinden zich lege stukken die de getekende vormen van elkaar scheiden. Onwillekeurig moet ik aan ‘Het oneindige verhaal’ denken van Michael Ende waarin het grote Niets de wereld opslokt en alles wat daarin betekenis heeft gekregen. Tegelijk lijkt er juist door die lege stukken een horror vacuüm te ontstaan want zij hebben gewicht en drukken iets vols en dreigends uit.
De werkwijze van Hanneke Francken gaat als volgt: zij zoekt een maat papier uit die past bij wat haar ongeveer voor ogen staat. De opzet verschilt. Wanneer zij een spuitbus gebruikt dan speelt deze bij het ontstaan van de hoofdvormen in de tekening een belangrijke rol. Daarmee zet zij de eerste vlakken op, al of niet gebruik makend van sjablonen, welke zij verschuift, net zo lang tot het er gelaagd en organisch genoeg uitziet. Daartussen en vaak ook eroverheen begint zij dan op verschillende plekken van het papier met tekenen. Vaak heeft zij tijdens het maakproces haar beide handen vol met grafiet- en kleurpotloden. Het tekenen gebeurt zowel met links als met rechts. Er is geen duidelijke volgorde in het materiaalgebruik, alles wordt met elkaar afgewisseld.
Serendipiteit speelt een belangrijke rol in het werk van Hanneke Francken. In haar dagelijks leven springen beelden en teksten als lichtende puntjes naar voren die haar fascinatie voeden. Deze legt zij met foto’s of anderszins vast en dit vormt de directe aanleiding tot een tekening. Het beeld van de foto en wat het in haar opriep wordt belicht vanuitverschillende perspectiefpunten. Soms bevindt zich een geschreven tekst onder de tekening die het werk voor haar een extra lading meegeeft. De context van de aanleiding speelt in het voltooide werk echter geen enkele rol.
Tekst: Marije Bouman