Speech opening tentoonstelling ASK THE TREES

Heerenveen  8 november 2019

Openingsspeech voor Emmy Bergsma – Ask the trees

We leven in het tijdperk van het Antropoceen: het tijdperk waarin – voor het eerst – het aardse klimaat vooral gevormd wordt door de invloed van de mens.

Die veranderende relatie tussen mens en natuur is ontzettend actueel en urgent. Je hoeft maar welk medium dan ook te openen en we worden geconfronteerd met discussies over stikstof en Pfas, plasticsoep, biodiversiteit, energielandschappen, zeespiegelstijging. Door boeren, bouwers, overheden, wetenschappers, kunstenaars.

Veel discussies, essays en cultuurprojecten gaan dan ook over die veranderende relatie tussen mens en natuur in dit licht.

Hierin staan ecomodernisten tegenover ecocentristen. De ecomodernist is ervan overtuigd dat de sociale, economische en technologische mogelijkheden ons zullen helpen het klimaat te stabiliseren en de natuur te herstellen.

De ecocentrist stelt dat onze enige kans van slagen erin ligt als we niet de mens, maar de natuur en het ecosysteem weer centraal gaan stellen.

Door deze actualiteit zijn we bijna geneigd om alles waarin natuur een rol speelt, in het licht van deze twee uitersten te bekijken en beoordelen.

Emmy’s werk staat ontegenzeggelijk dichter bij de ecocentrische visie dan bij die van de ecomodernisten. Maar als we iets langer kijken, onttrekt haar kunst zich aan welke discussie dan ook.

Levenscyclus, romantische orde, overwoekering, melancholie, oneindigheid, vervlechting, natuurmystiek, spiegel van het bestaan

Dit zijn allemaal woorden uit teksten over het werk van Emmy Bergsma.

Grote woorden voor grote, en soms ook hele kleine tekeningen.

Wat mij vooral opvalt in het werk van Emmy Bergsma is het gevoel die ze oproepen dat je door of in haar tekeningen een hele nieuwe wereld betreedt. Een wereld met een duidelijke link naar de wereld die we kennen. Die herkenbaarheid zorgt voor een zekere mate van comfort, want als mens zijn we altijd op zoek naar houvast en vinden dat in herkenning. Aan de andere kant is het bijna alsof je naar een scene uit een game of science-fiction-film kijkt: elke tekening biedt een blik op een wereld die nog onontdekt is, en volledig eigen. Met eigen wetten, eigen dimensies en een eigen bevolking, waarvan je soms een glimp opvangt. De onder- en bovengrondse natuur is moeiteloos met elkaar verbonden. Ook dat appelleert aan een aspect van onze menszijn: de ontdekker.

De tekeningen zijn vaak donker, soms mysterieus en voor sommige mensen lijken ze zelfs verontrustend. Maar als je goed kijkt, is haar zwart niet zozeer duister, het is vooral rijk en vol beloften.

Voor Emmy is de natuur altijd een vanzelfsprekend onderdeel van haar leven geweest. Al van jongs af aan namen haar ouders haar mee de natuur in, en creëerden – nadat ze Indonesië verlieten – zelf plekken om hun eigen natuur te beleven. En ze vertelde me dat ze in haar jeugd een eigen tak had, waarop ze ging zitten als ze zich wilde terugtrekken om na te denken. Je kunt je bijna voorstellen dat je met haar mee, door de bladeren van die tak naar de wereld kijkt.

Haar relatie met de natuur is in de loop van de tijd veranderd: in veel teksten wordt ze beschreven als observant. En de vroegere natuurbeelden ontstonden in haar gedachten. De laatste tijd tekent ze steeds meer in de natuur zelf. Daardoor wordt het contact veel intensiever en – wat heel mooi is – ze beschrijft het zelf alsof door het tekenen de natuur bijna familie wordt. Van observant naar deelnemer.

Dat is precies wat haar tekeningen ook beogen.

Haar tekeningen hebben de kwaliteit de kijker naar zich toe te zuigen, ze wekken een verlangen in de kijker om er in rond te dwalen. Die indruk wordt versterkt doordat de landschappen/beelden die Emmy schept, niet hele beeldvlak vullen. Daarmee lijken het flarden van werelden, die zich pas in volle omvang aan je onthullen als je er zelf instapt. Maar waarbij zeker ook het risico bestaat dat de beelden uiteenvallen als je dichterbij komt. Het gevoel wat je ook kunt hebben als je wakker wordt en je nog wat echo’s van een droom kunt herinneren, maar als je probeert die vast te pakken en concreet te maken, ze als zand tussen je vingers door wegglippen.

Ik wil iedere kijker dan ook vragen om van observant, deelnemer te worden. En je – net als ik dat doe – over te geven aan Emmy’s werelden en ze te betreden: in de volle wetenschap dat dat wat je in haar natuur zal aantreffen vooral nieuwe vragen oproept. En waarin het volkomen vanzelfsprekend is om het de bomen zelf te vragen.

Mieke Conijn

8 november 2019

 

Deel dit bericht