Silent Observers – in gesprek met Pieter Bijwaard door Noor Pusch

Als ik werk ben ik leeg en stil, er is ruimte en ik heb alle tijd. Dan kan het zijn dat er plotseling iets van belang ontstaat”.

Pieter Bijwaard en Matthijs van Zessen hebben een gezamenlijke expositie getiteld: 12 + 12 + 1, in Galerie Getekend in Heerenveen. De twee enigszins verwante kunstenaars tonen ieder twaalf tekeningen en één gezamenlijk werk getiteld: + 1. Daarover zegt Pieter Bijwaard: ‘In de tekening die we gezamenlijk hebben gemaakt sluit het karakter van onze compleet verschillende lijnvoering naadloos op elkaar aan. Het resultaat oogt bijna als vanzelfsprekend en transcendent. Matthijs heeft zijn rasterlijnen met geduld en aandacht over mijn los getekende lijnen geplaatst. In die volgorde. 

Pieter ontvangt mij in zijn woning in Bergen. We kennen elkaar vanwege zijn vriendschap met mijn vader waarmee hij wekelijks gitaar speelt. Dat schept een band. Bovendien komen wij elkaar zo nu en dan in het Bergense bos tegen en maken we een praatje. Ik heb hem gevraagd om te praten over onze gedeelde liefde voor de beeldende kunst. 

Aan tafel in zijn woonkamer spreek ik hem over zijn werk en over zijn tentoonstelling in Galerie Getekend, waar een groep klare lijntekeningen van hem te zien zijn, die hij ‘Silent Observers’ noemt. 

Ik vraag hem of ik ons gesprek mag opnemen. ‘Dat is goed. Hoewel ik het ook lastig vind, want je legt daarmee de dingen zo resoluut vast. Bovendien kan de taal een vreemde en soms verwarrende sturing aan iets geven. Maar laten we het proberen. Daar zijn we toch voor bij elkaar gekomen.

Vind je dat taal in sommige opzichten te kortschiet? Ja, vaak wel. Dat is dan ook één van de redenen dat er kunst wordt gemaakt. Als het mysterie van het bestaan in taal kan worden uitgedrukt, dan is de kunst niet langer relevant. Een mens drukt zich uit in vorm of geluid waar taal tekortschiet. 

Maar zwijgen is geen optie voor een interview dus praten we verder. 

Heel praktisch: hoe ben je begonnen met de serie ‘Silent Observers’? ‘Dat begon met een formeel uitgangspunt. Van een drukkerij met ruimtegebrek kreeg een aantal pakken tekenpapier. Die veelheid aan papier gaf me te vrijheid om vrijuit te experimenteren en wilde het begrip ‘klare lijn’ onderzoeken.  

Dus de ‘Silent Observers’ zijn begonnen als experiment? Precies. De vraag kwam bij mij op of ik iets kon maken in het vacuüm van de tijd. Dat wil zeggen nog voordat er een gedachte ontstaat en ook voordat ik er een bewuste sturing aan kon geven. Dat had op een goed moment mijn interesse. 

En in die ‘droomstaat’, het vacuüm van de tijd, glipt er iets tussendoor wat die tekening heeft gemaakt? Ja. Als ik werk ben ik leeg en stil, er is ruimte en heb alle tijd. Dan kan het zijn dat er iets van belang ontstaat”. De klare lijn waarmee de Silent observers zijn gemaakt was ‘a slip of the pencil’.’ 

Alerte onbevangenheid zijn de woorden die Pieter hiervoor gebruikt. Kun je daar iets over vertellen? ‘Onbevangenheid is voor mij een eerste voorwaarde om tot iets te komen, er kan dan van alles gebeuren. In dit geval werkte ik met een zacht B-potlood en maakte flitsende lijnen op het tekenpapier. De handeling vond plaats in alerte onbevangenheid. In het comfort van het moment ontstaat die snel getekende lijn.’ 

Is er sprake van toeval tijdens die alerte onbevangenheid? Pieter aarzelt even en staart in de ruimte. Hij schudt zijn hoofd. ‘Nee, want bij toeval denk ik al gauw aan iets willekeurigs. Toch kan ik ook niet ontkennen dat een zekere mate van toeval er geen rol in heeft gespeeld. De handeling heeft iets weg van een automatisch schrift. De lijnen ontstonden in een mum van tijd en zijn volstrekt intuïtief ontstaan. In die ogenschijnlijke willekeurige krassen ontdekte ik gestalten, torsen en hoofden en gumde de overtollige lijnen weg zodat de ‘Silent Observers’ aan het licht kwamen.

Je keek dus als het ware die gestalten uit je experimentele lijnvoering tevoorschijn?‘Ja, daar is geen berekening aan voorafgegaan en voor overwegingen was geen plaats. De mate van sturing kwam achteraf, toen ik die overtollige lijnen ging weghalen. In al die klare kraslijnen ontdekte ik die specifieke vorm waaraan ik de titel ‘Silent observer’ heb gekoppeld.

Hoe ging dat in z’n werk? Door meditatief kijken. Je kijkt naar die hoeveelheid krassen en als je dat maar lang genoeg doet dan doemen daar de vormen, en in dit geval de gestalten, uit op.’ 

En praktisch? Kijken en gummen, opnieuw kijken en weer iets weggummen. Zo werd het beeld gearticuleerd. De tussenruimte is van belang, die geeft volte aan de lijn. Dat achteraf gummen was de bewuste sturing, de punt op de i. Wat als een experiment begon hield me gaandeweg maanden aan mijn werktafel gekluisterd. 

Om terug te komen op het resultaat van je experiment, vervolg ik, ziet de oplettende beschouwer mensachtige vormen in jouw tekeningen. Zijn die wezens er dan zonder opzettelijkheid tussendoor geglipt? ‘Ja, heel juist. En dat terwijl er geen opzettelijkheid in het spel was. De figuratie deed zich als in een trans aan mij voor. Nu staan ze daar ontspannen, stil en met volle overtuiging op het papier.

Ik laat zijn woorden even inzinken, het voelt bijna magisch aan. Maar Pieter is niet van de gezwollen taal. 

‘Klare lijn, klare taal’, grapt hij. 

Diezelfde sobere houding zie ik terug in al zijn andere werken op papier, dat vaak stil oogt en een harmonische rust uitstraalt. 

De tentoonstelling is te zien tot en met 8 januari 2023. Een aanrader!

  

Noor Pusch, 09-12-2022

Deel dit bericht