Oogdwalen met Marcel Reijerman

Bespreking van Gitte Brugman in de Leeuwarder Courant van vandaag (1 februari 2024).

 

Oogdwalen met Marcel Reijerman

‘Ik ben dol op volkstuintjes, al die veldjes die je anders kunt tekenen’

Lied zonder eind<div class="picturecredit"></div>
Lied zonder eind
 
 
Middeleeuwse miniaturen en schilderijen zijn met hun grote verbeeldende kracht een voorbeeld voor Marcel Reijerman. Overal gebeurt wat in zijn werk, waarin je kunt ‘oogdwalen’, waarvan het perspectief niet klopt en dat olijke titels draagt. Een belevenis in Galerie Getekend in Heerenveen.

Elke tekening begint met een lijn. Dat kan een lijn zijn die met een duidelijk doel wordt neergezet, maar dat is bij kunstenaar Marcel Reijerman (Arnhem, 1958) niet het geval. ,,Ik begin meestal links bovenaan, zonder plan. Al tekenend ontstaat het.’’ Naast de eerste lijn volgt een tweede, en dan moet hij beslissen. Gaat hij hierop door of niet. Een soortdoodle voor gevorderden.

Helemaal zonder idee is Reijerman niet. In zijn panoramische tekeningen keert hetzelfde thema steeds terug. Vanaf een hoog standpunt ziet de kijker een landschap, waarin van alles tegelijk gebeurt. InDan maar die kant op lopen alle figuren van links naar rechts het beeld uit. Waarom? Dat moet de kijker raden. Er zijn geen directe aanwijzingen voor actuele aanleidingen, al heeft Reijerman die wel.

VOLKSTUINTJES

Het perspectief in zijn tekeningen klopt niet, met opzet. In de verte zijn figuurtjes soms groter dan dichterbij. Een vorm die aan een kant een trap lijkt is aan de andere zijde een fabriek. Een grote boogbrug gaat over in de helling van een heuvel. Het hele landschap is in vlakjes verdeeld, allemaal met een andere invulling. Bloemen, kruisen, stammen van bomen…

Ruig of gedetailleerd, in patronen of perspectivisch. ,,Ik ben dol op volkstuintjes, al die veldjes die je anders kunt tekenen.’’ Overal gebeurt wat, zodat je kunt ‘oogdwalen’, zoals Reijerman dat noemt.

Met zijn landschappen gaat hij terug naar traditionele kunstenaars zoals Pieter Breughel (circa 1525-1569). En ook met zijn serie over makers verwijst hij naar vroegere tekenaars. ,,Deze serie heeft raakvlakken met middeleeuwse miniaturen. De achtergrond is vaak plat, met geometrische patronen. De figuren zijn juist plastisch.’’

Reijerman tekent met houtskool en pastelkrijt. Houtskool geeft krachtige zwarte lijnen, vlakken en accenten, pastelkrijt een rijk kleurenpalet. In 2006 begon hij met tekeningen op het formaat 24,5 bij 18 centimeter. Er ontstond een serie ‘verbeeldingen of metaforen van scheppen in de breedste zin van het woord en in het bijzonder de grilligheid van het creatieve scheppen’. Kortweg makers . Steeds weer krijgt hij nieuwe inzichten en ideeën, het ene werk levert het andere op, zegt hij. In Galerie Getekend hangen recente aanvullingen.

SYMBOLIEK VAN VOETEN

Elk onderdeeltje in de tekeningen heeft een eigen leven. Benen zijn soms ook een boomstam, de rand van een rok is een vaas, jaspanden zijn plat, waar handen en voeten juist extra aandacht krijgen. Handen vanwege hun scheppende kracht, en voeten met hun symbolische betekenis spelen een belangrijke rol. ,,Als iemand vroeger werd afgebeeld met zijn voet op die van een ander, was dat een teken van dominantie’’, noemt Reijerman als voorbeeld. Zo staat een pijp rokende vrouw inSupporting op de voet van de kunstenaar, juist het tegenovergestelde van ‘ondersteunend’. EnYoung adult painters zetten hun doeken en voeten op de schoenen van twee dikbuikige figuren in de kantlijnen van deze tekening. Het is de beurt aan de nieuwe generatie, zo lijkt het.

Net als in zijn panorama’s is er voor de kijker heel wat te beleven in Reijermans serie. Kleurrijke patronen, gekke elementen en houdingen… en dat in combinatie met olijke titels. Hij wil dat zijn mijmeringen over het idee van iets maken een glimlach oproepen. ,,Het humoristische aspect is wel belangrijk.’’ Ironie is hem niet vreemd. In die zin zijn allemakers een soort zelfportretten.

KRINGLOOP

Dan is er nog een derde ‘poot’ in deze expositie. Reijerman versiert zijn werkboeken met schetsen als zijn het kostbare manuscripten. Net als in de middeleeuwen. ,,Deze zijn ook kostbaar, dat wil ik ermee laten zien.’’ De kaften zijn verstevigd en gesierd met reflectoren, metalen plaatjes of medailles van de kringloop. Soms gebruikt hij messingfolie, waarin hij tekent. Het reliëf dat zo ontstaat heeft iets van ouderwets koperslagwerk. Voor deze manuscripten maakte hij bovendien doosjes, eveneens met allerlei ornamenten.

De bezoeker mag in de boekwerken bladeren met witte handschoentjes aan. Ze liggen klaar voor gebruik. Dat geldt ook voor een boekwerkje waarin Reijerman scènes met steeds twee personen heeft getekend. Voorop zit een koperen plaatje dat hij in de kringloop vond, met twee keuvelende mannetjes. Hij heeft het boek een titel meegegeven, die exotisch oogt maar hardop uitgesproken opnieuw een grapje inhoudt:Messetweedan.

Marcel Reijerman in Galerie Getekend

Stationsstraat 6, Heerenveen, t/m 10 maart, vr en zo 12-17 uur en op afspraak. Op het YouTube-kanaal van de galerie zal een gesprek met Marcel Reijerman te zien zijn dat Els Drummen (conservator moderne kunst bij Coda Museum Apeldoorn) met hem op 26 januari voerde.

 

Deel dit bericht