JITSKE BAKKER (Delft, 1982) studeerde in 2011 af aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten Den Haag, Ze woont en werkt in Amersfoort. Haar werk was onder meer te zien in Het Tekenkabinet (Amsterdam), Willem Twee (Den Bosch Het Rietveld paviljoen/museum Flehite, MIR project en Kunsthal KAdE (Amersfoort) en is opgenomen in diverse collecties.

Ze tekent vooral met houtskool op papier. Met deze eenvoudige middelen maakt ze heel gedetailleerde denkbeeldige landschappen waarin de kijker met zijn blik kan ronddwalen. Afgelopen half jaar ontstonden ook werken waarin al eerder bewerkt en gekreukt papier basis vormde voor nieuwe ‘kreukel’landschappen en denkbeeldig gesteente, soms ook resulterend in kleinere reliëfs. Zelf zegt ze over haar werk: “Herinneringen aan bergwandelingen uit mijn vroege jeugd en het blijvende verlangen om te trekken en te ontdekken vormen de basis voor mijn denkbeeldige landschappen op papier. Hoewel de top vaak wel het doel was, werd ik vaak betoverd door het niet weten wat er achter de volgende bocht zou komen, de hobbelige, kronkelende, voort-rollende uitzichten en rotsformaties bol van vreemde wezens die in het onderweg zijn aan alle kanten opdoemden.”

CATHELIJN VAN GOOR (Beverwijk, 1976) studeerde Tekenen en AVV aan de Hogeschool van Amsterdam en deed daarna de Koninklijke Academie Beeldende Kunst in Den Haag, waar ze in 1999 afstudeerde. Ze volgde diverse masterclasses en ondernam een aantal studiereizen onder meer naar China. Haar werk was te zien bij diverse exposities in binnen- en buitenland en is opgenomen in museale- en particuliere collecties. Ze woont en werkt in Amsterdam.

Ze is geïnteresseerd in de snelheid waarin de wereld om ons heen verandert. Haar tekeningen zijn reacties op de vraag of technologische ontwikkelingen daadwerkelijk de vooruitgang opleveren die ze beogen. Met potlood en kleurpotlood tekent ze grillige soms haast abstracte landschappen, ontstaan uit haar zoektocht naar de manieren waarop de computer in staat is om de werkelijkheid te vertalen. Ze vindt hier onherkenbare vormen van de natuur en het landschap, waarbij de techniek nog niet in staat is om deze realistisch weer te geven. “Er is een groot contrast tussen het uiterlijk van de natuur en de vormen die deze inneemt in de vertaling ervan in de computer. Dit contrast gebruik ik om het idee dart de natuur moet wijken voor technologische ontwikkelingen te verbeelden “, zegt ze zelf over haar werk.

Foto’s: Studio van Peet