Onderstaand artikel is gepubliceerd op demoanne.nl op 5 juni 2019.
– ELSKE SCHOTANUS –
Geef zoveel kunstenaars als je maar wilt papier, een potlood, houtskool of krijt, en geen enkele tekening zal lijken op een andere. Geef hen een onderwerp, ‘natuur’, dan geldt hetzelfde, versmal ‘natuur’ tot, bijvoorbeeld, ‘bomen’, dan is geen boom gelijk. Treed binnen in de onlangs geopende Galerie Getekend aan de Stationsstraat in Heerenveen.
Het is fascinerend om te zien hoe met eenvoudige middelen prachtige dingen op papier kunnen worden gezet. Hoe rijk en gevarieerd tekeningen kunnen zijn.
Het monumentale pand, een voormalige artsenwoning, ligt verscholen tussen al even monumentale bomen waaronder een enorme rode beuk. Galeriehoudster Stina van der Ploeg doet open. Een halletje waar foldermateriaal ligt, uitnodigingen, visitekaartje, door een deur met rondom glas in lood komen we in de expositieruimte. Eerder hielden artsen hier hun praktijk, opvallend element is de antieke zwartmarmeren schouw. Nachtblauwe wanden, tegen het zwarte aan en schotten waarop tekeningen, al dan niet voorzien van een lijst, uitstekend tot hun recht komen.
‘Tekeningen zijn de meest pure vorm van kunst’, aldus Stina van der Ploeg. ‘Het is fascinerend om te zien hoe met eenvoudige middelen prachtige dingen op papier kunnen worden gezet. Hoe rijk en gevarieerd tekeningen kunnen zijn. Zie, hier, werken van Harm van den Berg. Hoe hij minuscule grafische elementen aan elkaar verbindt.’ Er is altijd de neiging betekenis te geven: een groep algen, zwevend in zeewater, sterrenstelsels. Puntjes zijn het, niets anders dan puntjes, in een associatief lijnenspel aan elkaar verbonden. Ook voor Stina van der Ploeg is het een ontdekking: ‘Zoiets had ik nooit eerder gezien.’
Van de andere drie exposanten zijn er (ook) bomen te zien. Zo hangen er rastertekeningen in potlood van Christiaan Kuitwaard, waarbij, als altijd in zijn werk, licht en schaduw een belangrijke rol spelen. Er is het subtiele, gelaagde werk – met een beetje kleur, een pastelblauw – van Sandra Kruisbrink. ‘Ze werkt heel geconcentreerd.’ En er hangen krachtige krijttekeningen van Emmy Bergsma. Enkele van haar werken passen qua sfeer minder goed in de ruimte en vonden een plek in de hal: plantachtige structuren in pasteltinten op een zwarte ondergrond. De groepsexpositie kan worden gezien als een voorbode op wat komen gaat, te beginnen met een solotentoonstelling met werk van Harm van den Berg, daarna Emmy Bergsma en ook de andere twee zullen, zo is de bedoeling, terugkeren.
Zelf had Stina van der Ploeg, toen zij op het Ichtus College in Drachten zat, les van Pier Feddema die zijn leerlingen klassiek tekenen bijbracht. Zij ervoer de lessen als bijzonder. Feddema was gul met complimenten en ze haalde hoge cijfers voor het vak. Maar talent? Ze vond van niet en ging Frans studeren in Nijmegen. ‘De opleiding was nogal schools, maar er was een docent die zelf nog studeerde – kunstgeschiedenis – en er ontzettend boeiend over kon vertellen.’ Na een jaar Frans veranderde ze van studierichting. Pas opgeleid als kunsthistoricus werkte Stina van der Ploeg bij een uitgever. Ze kan nog steeds enthousiast worden als ze vertelt over het maken van boeken. Ook was ze beleidsadviseur bij de gemeente Leeuwarden, waar het ging om het opstellen van nota’s met betrekking tot de culturele infrastructuur, om subsidiebeleid en zij sparringpartner was voor instellingen en het ambtelijke apparaat. Verder was ze zakelijk directeur van het Museum Belvédére in de jaren dat Thom Mercuur er directeur-conservator was, samen vormden ze de directie. Om zo snel mogelijk erkenning te krijgen als geregistreerd museum stelde zij tentoonstellings-, collectie-, beheer- en veel meer plannen nog op: stapels papier. ‘Na zoveel jaar is het goed dat er een wisseling van de wacht komt, nieuw elan en ook voor jezelf moet je voorkomen dat dingen repetitief worden.’
Was er altijd die sluimerende wens om zelf tentoonstellingen te mogen maken? Al tijdens haar studie werkte ze in galeries, ze verzamelt ook. Tekeningen waren lange tijd het ondergeschoven kindje in de wereld van de kunst. Werden gezien als voorwerk voor het ‘echte’ werk: schilderijen in, bij voorkeur, olieverf. Gaat het om het financiële aspect dan zijn tekeningen ook minder kostbaar dan schilderijen. ‘Raad eens’, zegt Stina van der Ploeg en wijst op een van de werken. Het is een Kuitwaard, ik kom wel eens in galeries en weet: een schilderij van zijn hand doet zo ongeveer…, tekeningen zijn minder ‘waard’… Ik doe een gok. En blijk er ver naast te zitten. Een werk van Harm van den Berg, ingelijst € 550, een tekening van Christiaan Kuitwaard, niet ingelijst € 850. ‘Ik vind het belangrijk dat ook mensen die minder te besteden hebben echte kunst kunnen aanschaffen.’
Gaat het om de artistieke waardering, dan is er een kentering gaande. Het Centraal Museum in Utrecht, het Stedelijk Museum Schiedam, de beurs Art on Paper Amsterdam: er komt steeds meer aandacht voor werken op papier. ‘In vroeger eeuwen had je de grote schildersateliers, maar lang niet alles in een schilderij is de hand van de meester zelf. Het is vaak “invullen” en bij tekeningen kan dat niet. Als ik in een museum kom, kijk ik het liefst naar schetsen, je zit heel dicht op de kunstenaar, bijna in zijn gedachten.’