Beschouwing van Jurjen K. van der Hoek op zijn weblog jurjenkvanderhoek.tumblr.com.
De tweetallen zijn tegenpolen, lijken elkaar af te stoten maar de ene helft trekt juist naar het andere deel toe. Want dat tegengestelde karakter maakt het tweetal aantrekkelijk, spannend en intrigerend. Het werk van Matthijs van Zessen naast dat van Pieter Bijwaard gehangen maakt de tentoonstelling bij Galerie Getekend boeiend. De mannen hebben ieder twaalf werken opgehangen, dat omschrijft de titel van de uitstalling namelijk 12 + 12 + 1. De 1 daar achteraan is een gezamenlijk werk van Van Zessen en Bijwaard. In deze compositie vinden de kunstenaars elkaar en trekken samen op in techniek en uitvoering. Het schijnt een overlappend eenmalig experiment, speciaal voor deze ruimte gemaakt omdat de twee hier hun werk laten zien. Het is een figuurlijk samengaan, maar letterlijk valt dit werk tegen.
Gezien de rest van de tentoonstelling althans. Naast elkaar kunnen de werken uitstekend samengaan, bij elkaar passen, maar ineen geschoven vindt het de kracht dan net niet. Aardig om een keer uit te proberen, maar als volwaardig kunstwerk is het geen hoogstandje. Als tegenpolen naast elkaar komt het werk beter uit de verf, in dit geval van de pen of het potlood. Want de composities in 12 + 12 +1 zijn tekeningen. Lijntekeningen, langs de liniaal getrokken of uit de losse pols opgezet.
Het begint met een lijn, zoals iedere ruimtelijke vorm begint met een lijn. Een enkele lijn geeft nog geen ruimte, hoewel het kan duiden op een horizon dus het ruimtelijke veld van een landschap. Is het een verticale lijn wijst het een vlakverdeling aan. Zelfs een enkele lijn suggereert omvang in het platte vlak. Maar een tweede lijn is al meer eenduidig, een derde kan al een vlak geven binnen de verder leeg schijnende onmetelijke ruimte. Als de wereld in het heelal. Een vierde lijn is de volmaakte verklaring van de ruimte in het platte vlak. Er is lengte en breedte, de hoogte wordt door de kunstenaar aangereikt. Die voorstelling van het omhoog komen of in de diepte gaan, daarin is de kunstenaar de tovenaar om dat voor mijn oog waar te maken.
Langs de meetlat trekt Matthijs van Zessen rechte lijnen. Netjes naast elkaar. De lijnen raken elkaar niet, maar vloeien op afstand gezien samen. Ze vormen een vlak in uiteenlopende gradaties grijs. Des te dichter de lijnen naast elkaar getrokken zijn, lijken samen te gaan en in elkaar over te vloeien, des te meer donker is het vlak of de samengesteld gevormde rand. Ook zet Van Zessen vlakken over elkaar, het verhoogt de transparantie van de werken. De achtergrond verdwijnt niet omdat de voorgrond open blijft door de krappe ruimten tussen de lijnen. Om een meer compact geheel te krijgen zet de kunstenaar de lijnen kruislings over elkaar, zodat een raster aan lijnen ontstaat. Maar het is nooit zo aaneengesloten dat het dicht gepend is. Tussen de vlakken worden wel witte ruimtes gelaten, deze restvormen vormen dan weer lijnen of vlakken en doorbreken de rechtlijnigheid.
De gebogen lijnen van Pieter Bijwaard lijken samenhangend. De kunstenaar lijkt de grafietstift niet van het papier te halen, maar in een enkele beweging het kader van het te tekenen vlak op te zetten. Deze voorstelling wordt gevormd door een plastische figuratie. De stille beschouwer is een onpersoonlijk figuur dat meditatief bezit neemt van het lege vel papier. De lijnen lopen niet in één beweging door, maar vloeien in elkaar over zodat het de idee geeft een ononderbroken actie te zijn. De gestalten vallen samen, ledematen omarmen. Gelaten uitdrukkingsloos. Het is een platte expressie, een vlakke mimiek. Maar door de rondingen van de vormen ogen de vlakken speels. Hoewel de figuren in een enkele inspiratie schijnen te zijn opgezet, gaan aan het resultaat vele experimenten vooraf. Vooral probeert Bijwaard in de voorstudies de vorm in de vingers te krijgen. Het staat er niet in een split second, maar heeft ruimte en tijd nodig, beschouwen en bezinnen, wikken en wegen. De opleiding tot beeldhouwer geeft de tekeningen een monumentaal karakter. In lijn houwt Bijwaard zich een beeld op papier, een afbeelding met volume.
De composities van Van Zessen en Bijwaard trekken elkaar aan en in zekere zin stoten ze elkaar af: opposites attract. Elkaar aanvullen is het niet echt, maar ze vormen wel een eenheid op een niet te verklaren manier. Stina van der Ploeg van Galerie Getekend heeft dat goed gezien, terwijl de kunstenaars dat zelf niet zo hadden gedacht. Het is een boeiende tentoonstelling, dat vlak en volume samenbrengt. Want in het vlak, door het vlak, uit het vlak, kan omvang en inhoud ontstaan. Door met het platte vlak te spelen gebeuren spontaan magische dingen. Of zoals Van Zessen het schrijft: “vouw een vel papier en een nieuwe lijn ontvouwt zich” of Bijwaard: “het witte papier geeft volte aan de lijn”. Het is gezegd, het is getekend, het is gezien.
Tentoonstelling 12 + 12 + 1, tekenwerken van Matthijs van Zessen en Pieter Bijwaard bij Galerie Getekend, Stationsstraat 6 in Heerenveen. Tot en met 8 januari 2023.