10-01-20 pietsjanke
Mijn naam is Yve de Vries en ik ben hier vanmiddag om bij de opening van pietsjankes tentoonstelling in dit kleinood voor de tekenkunst, van de galeriehoudster en mijn middelbare school vriendin, Stina van der Ploeg een paar woordjes te spreken.
Ik ben aangekondigd als kunsthistoricus/ achternicht (van pietsjanke); een van de meest uitzonderlijke slash “dit/dat” combinaties ooit op mij van toepassing. Deze bijzondere dubbel kwalificatie roept misschien de verwachting op, dat wát ik ga zeggen een andere dimensie zal hebben, dan als ik hier zou staan als óf kunsthistoricus óf achternicht. Maar, dat verschil valt reuze mee. En dat heeft volgens mij alles te maken met pietsjanke zelf en wat zijn maakt en waarvan wij hier nu een voorbeelden zien en wellicht eerder hebben gezien bij vorige tentoonstellingen.
Eerst toch eventjes uitleggen: pietsjankes oma en de mijne waren zussen. Onze moeders waren volle nichten. Alleen mijn moeder is haar moeder heel vroeg verloren en daarna heeft haar tante een belangrijke rol gespeeld in haar jeugd. En hoewel mijn moeder in Leeuwarden is opgegroeid was het mooie grote huis van pietsjankes oma aan de vaart in Kimswerd, in welk dorp ook mijn oma Yfke is geboren en getogen, een belangrijke thuishaven voor mijn moeder en haar broers en zussen, waarvan er een Pietje en een Janke heette. Later leerde ik ook dat monumentale huis kennen en ook tante en oom die daar nog lang hebben gewoond.
Toen ik een jaar of tien geleden wat meer ging uitzoeken over de familiegeschiedenis in Kimswerd heb ik contact gezocht met pietsjanke. Het bleek toen dat haar oma, dat huis in Kimswerd en alles daaromheen ook een bijzondere plek had in haar jeugdherinneringen. In die mate zelfs, dat dit o.a. heeft geleid tot een heel bijzonder kunstwerk: de bijna 3D tekening van het huis met alles daarin refererend aan een vierde dimensie van persoonlijke beleving.
Ik ben een paar keer bij pietsjanke thuis geweest en onlangs ook voor het eerst op haar atelier. Het aangenaam aparte daarbij is, dat behalve dat ik pietsjanke zelf als familie herken, dat in zekere mate ook geldt voor haar werk: het komt me bekend en vertrouwd over.
Maar, heb ik mij bedacht, dat is feitelijk niet zo verwonderlijk. Want in mijn idee is pietsjanke verweven met haar werk en is het daardoor ook zo heel erg pietsjanke. Als “kenner” kan ik het direct bij haar plaatsen. Niet op de manier waarop je bijvoorbeeld kan zeggen: Oh, dat is een Mondriaan. Maar meer op de manier: “oh dat is er een van pietsjanke”, zoals je dat kan ontvallen bij het zien van een verwant van iemand. Haar werk draagt als het ware haar DNA mee.
Maar als onafhankelijk nog onwetende bezoeker, kun je heel goed zonder pietsjanke persoonlijk te kennen haar werk waarderen. In de kunstwereld zeg je: het heeft zich losgezongen van haar maakster. Toch blijft het als autonome creatie stevig overeind. Ik bedoel daar mee te zeggen, dat ik bijvoorbeeld, wiens wortels ook in de Friese cultuur zijn verankerd en die familiegeschiedenis deelt met pietsjanke, met herkenbare emotie, herinnering, ook los daarvan kan kijken en genieten van haar kunst, dat gerelateerd is aan haar Friese afkomst.
Wat mij bijzonder treft in haar werk, is de eindeloos geduldige verfijning en intensiteit. Het is trefzeker. Het is niet een toevallig samenvallen van vormen. Alsof de stoom uit een hersenpan vol emotie is ontsnapt en vaste vorm heeft aangenomen onder de vakkundige handen van de kunstenaar. Zij zet op eigenwijze haar afgeblazen stoom, haar verbeelding, haar herinnering om in fraaie beelden: Utwrydsk!
Een goede verstaander kan wat pietsjanke ons laat zien, verbinden aan een ervaring van esthetiek of schoonheid. En wellicht roept het toch ook herkenning op: een jeugdherinnering, nostalgie, of refereert het juist aan een vorm van bekrompenheid die jou misschien ooit heeft getroffen.
Maar je kan dat ook helemaal links laten liggen en je puur en alleen verwonderen over, soms de frêle tekenkunst, een poëtische samensmelting van tekst en beeld, of juist weer de krachtige lijnvoering in de grotere tekeningen. Ik zelf word niet uit balans gebracht door het werk. En er is altijd wel ergens een trappetje in de buurt, als je er niet helemaal bij kunt. Uiteindelijk, kom je er toch weer mee op je pootjes terecht en kun je daarna met een goed gevoel naar huis. Of er letterlijk iets van mee naar huis nemen, natuurlijk, want dat kan ook.
Ik hou het klein, dat is het hier ook, en draag nu graag de ervaring aan jullie zelf over en wens jullie veel kijk genoegen.
Dankjewel pietsjanke en Stina.